- De verbindingen voorbereiden en de stukken, platen, buizen en/of profielen onderling of op een drager positioneren.
- De materialen en de laswijzen bepalen op basis van instructies, technische documenten en plannen.
- Laswerken uitvoeren met of zonder toevoegmateriaal (TIG).
- Soorten verbindingen uitvoeren: hoeknaad, plaat of pijp-verbindingen.